Interview met Jan Martens
We schrijven maandag 21 november. Het allerleukste moment van de dag bevindt zich pal in het midden wanneer ik Jan Martens inbel voor een gesprek over zijn werk, zijn toekomst en zijn ‘ELISABETH GETS HER WAY’, de voorstelling die op vrijdag 16 december De Werf aandoet en hiermee een mooie tournee langsheen de cultuurcentra afsluit. Wanneer Jan opneemt, merk ik meteen hoe fijn het is om hem weer te spreken. Te lang geleden, denk ik meteen. We praten wat bij en in alle woorden ontdek ik zijn passie en gedrevenheid voor dans. Jan ademt dans. Jan is dans, denk ik. Hoe mooi kan je werk zijn?
Naast ‘Any attempt will end in crushed bodies and shattered bones’ en ‘FUTUR PROCHE’ die volop toeren, doet ook ‘ELISABETH GETS HER WAY’ nog heel wat locaties aan. Hierin sta je zelf alleen op scène. Hoe voelt het om te toeren en te wisselen tussen grote producties en solowerk?
'Vooral de afwisseling voelt heel fijn. Enerzijds is er mijn leeftijd die me als danser dwingt om fit te blijven en zo veel mogelijk te dansen. Anderzijds wil je als choreograaf ook dicht bij de dansers staan om de groepsdynamiek te voelen, hen te motiveren en oor en oog te hebben voor hun welbevinden.'
Probeer je als choreograaf van grote werken als de hierboven genoemde telkens aanwezig te zijn bij de uitvoeringen?
'Het zou fijn zijn mocht dat lukken maar helaas is dat niet altijd het geval. Het gezelschap toert intensief, soms vallen er voorstellingen samen en met 120 à 130 voorstellingen per seizoen is het onmogelijk om telkens aanwezig te zijn. Daarom werken we met rehearsal directors om de kwaliteit van het werk te waarborgen. Wanneer ik kan, ben ik erbij, liefst zo vaak mogelijk, om de dansers aan het werk te zien, feedback te geven en te sturen.'
Wat voelt voor jou op dit moment van je carrière het meest comfortabel: groepswerken choreograferen of zelf dansen?
'Zelf dansen is voor mij op dit moment het comfortabelst. Het geeft minder spanning, minder stress. Choreograferen is zwaar en vraagt alertheid: gaat het sociaal goed binnen de groep, hoe houden we iedereen fit, hoe zorgen we ervoor dat de dansers zich niet gaan vervelen, hoe houden we het team alert?… Zelf dansen geeft zweet en dat zweten doet deugd. Het is een vorm van fysieke uitdrijving die resulteert in levenskwaliteit. Als ik zelf dans, slaap ik bijvoorbeeld veel beter.'
In ‘ELISABETH GETS HER WAY’ staat klavecimbelmuziek centraal. Wat inspireerde jou om met dit genre muziek aan de slag te gaan?
'Eigenlijk is Elisabeth zelf de inspirator. Via ‘Any attempt…’ botste ik op klavecimbelmuziek en kwam door mijn opzoekingswerk terecht bij video’s en interviews over Elisabeth Chojnacka. Ze is een prachtige verschijning die me meteen inspireerde en de deur naar klavecimbelmuziek opende. Via de dans probeer ik de structuur van die muziek bloot te leggen zodat we er makkelijker toegang toe krijgen. Het muzikale universum ontsluit ik via de beweging, de dans.'
Ligt de choreografie volledig vast of zijn er nog momenten waarop de improvisatie het overneemt?
‘ELISABETH GETS HER WAY’ bestaat uit zeven muziekstukken. Bij vier ervan ligt de choreografie vast. De drie andere bieden de mogelijkheid om een tegenkleur te geven aan de muziek. Dit houdt het boeiend. De improvisatie laat mij toe, naast de vastgelegde structuur, om mijn gevoel van de dag weer te geven, om warmte en emotie over te brengen. Muziek heeft zo veel facetten. Precies door gestructureerd te improviseren, kan je bepaalde facetten meer benadrukken.'
Wijzig je zo nu en dan nog aan de choreografie, aan de bewegingstaal?
Eigenlijk niet. Elisabeths muziek dwingt je om ongelooflijk hard je best te doen. Het vraagt heel veel om de hoge moeilijkheidsgraad van de muziek naar dans te vertalen. Als danser word je gedwongen om in het moment te blijven, zelfs al heb je de voorstelling al vaak gespeeld.'
Vind je ‘ELISABETH GETS HER WAY’ toegankelijk voor een jong publiek, zeg maar vanaf 16 jaar? Wat brengt de voorstelling hen bij?
'Deze muziek opent een nieuwe wereld. In het verleden gebeurden er dingen die je naar voren moet brengen. Elisabeth Chojnacka is daar een voorbeeld van. De avant-garde van het verleden kan de horizon van jongeren verbreden. Door de muziek tot leven te brengen, kan je de schoonheid van een klavecimbel oproepen en traditionele ideeën, zoals een klavecimbel is een dood instrument, onderuit halen.'
Welke scène in de voorstelling geniet jouw voorkeur? Welke inspireert je het meest? Welke dans je het liefst?
'Dit zijn moeilijke vragen die je afhankelijk van de periode waarop je ze in je leven krijgt, anders beantwoordt. Hoe ga je bijvoorbeeld om met bepaalde scènes als je lichaam ouder wordt en de muziek toch nog altijd een emotioneel eindpunt is? De delen in de voorstelling die op de seconde gevolgd worden, zoals bijvoorbeeld de scène met de blauwe jurk of de scène met de glitterslip, zijn bijzonder fijn omdat ik dan heel dicht bij de muziek en daardoor ook dicht bij Elisabeth kom.'
>Waarom moeten mensen zeker een ticketje kopen voor ‘ELISABETH GETS HER WAY’?
‘ELISABETH GETS HER WAY’ is een voorbeeld van een voorstelling die je nog nooit zag. Het is een dansvoorstelling en een documentaire ineen. Daardoor kan je er ook veel van leren. Het maakt je attent op een prachtige vorm van ongekende kunst.'
Je hebt sinds je eerste werk in 2010 een hele weg afgelegd, zowel nationaal als internationaal. Zijn er nog uitdagingen? Waar wil je binnen pakweg tien jaar staan?
'Ja hoor, er zijn zeker nog uitdagingen, weliswaar andere dan pakweg tien jaar geleden. Wat moet ik nog zeggen en met wie wil ik het zeggen? Hoe kan ik het leeftijdsverschil tussen dansers in een voorstelling verder exploreren? Hoe kunnen we het werkveld van GRIP, de structuur waarin ik samen met drie andere choreografen werk, verder opengooien? Hoe kunnen we via dans nieuwe poorten openen?'
Met welke mooie woorden sluiten we dit interview af?
'Ik ben heel blij weer in Aalst te gast te zijn en dat voor onze dernière. De Werf is de laatste plek die we dit najaar met onze tournee naar negen CC’s aandoen. Het was een mooi parcours. We sluiten het in schoonheid af!'
Interview: Karin De Schutter, dansprogrammator
Tips!
- Double bill met Femke Gyselinck. Zij brengt in 'Erato' een kort, intiem moment op muziek van Palmistry, Gwilym Gold en Hiatus Kaiyote en brengt al dansend het onzegbare tot uitdrukking.
- Meer weten over deze voorstelling? Beluister de podcast ‘Dans beluisterd – aflevering 1 en aflevering 2.