Interview met Karlien De Savoye
Karlien De Savoye is geboren en getogen in Aalst. Na haar studies Taal- & Letterkunde is ze ‘blijven plakken’ in Gent, maar ze is haar Aalsterse roots nooit kwijtgeraakt.
Je bent in Aalst opgegroeid. Hoe heeft dat een impact gehad op je danscarrière?
Ik heb vanaf mijn zesde danslessen gevolgd bij Myriam De Kegel aan de Academie voor Podiumkunsten. Die werden gegeven in de balletzaal in De Werf, dus ik heb hier heel wat uren gesleten. Myriam raadde haar leerlingen aan om af en toe een dansvoorstelling bij te wonen. Plichtsbewust en braaf zoals ik was, heb ik gedurende heel mijn jeugd bijna alle dansvoorstellingen gezien die in De Werf geprogrammeerd werden. Hoe ik vandaag de dag naar dans kijk en dans maak, is heel erg geworteld in alles wat ik hier beleefd heb.
Dans is ook je volwassen leven blijven beheersen.
Ook tijdens mijn studies ben ik blijven dansen. Ik danste gemiddeld 20 uur per week. Ik viel soms in slaap tijdens mijn lessen aan de universiteit, omdat ik meer danste dan sliep. Ik ben zelfs mijn diploma niet gaan afhalen, omdat ik ergens op een podium stond. Ze hebben het dan maar per post opgestuurd!
Ik volgde nooit een officiële opleiding aan een conservatorium of hogeschool voor dans, maar ik heb in binnen- en buitenland talloze workshops, stages en masterclasses gevolgd bij grote namen uit de danswereld zoals Anton Lachky, Carte Blanche en Emanuel Gat Dance Cie. Ik ben ervan overtuigd dat je ver kan geraken, als je er maar hard genoeg voor werkt. Ik geloof niet in talent. Niemand wordt geboren met het perfecte danslijf of supersnelle pianovingers. Oefenen, doorbijten, toewijding: dát maakt je tot artiest. Of zoals Jacques Brel het zo mooi zei: ‘Le talent, ça n’existe pas. Le talent, c’est d’avoir envie de faire quelque chose.’
‘Le talent, ça n’existe pas.’ - Jacques Brel
Waar haal je inspiratie voor je choreografieën?
Ik ontdekte tijdens mijn dansopleidingen ook yoga en circustechnieken. Op vlak van circus ben ik vooral getriggerd door luchtacrobatie: je hangt meters boven de grond en je werkt tegen de zwaartekracht in. Deze technieken zijn gaandeweg op organische wijze mijn dans binnengesijpeld.
In Lyubov gebruik ik drie aerial silks, dat zijn lange doeken die aan het plafond of in de toneeltoren bevestigd worden. Dat geeft een extra dimensie tegenover een gewone dansvoorstelling, die zich voornamelijk op de vloer afspeelt. Het gaat (letterlijk) een stapje hoger!
Yoga en acrobatie zullen nooit mijn hoofddiscipline zijn, want voor mij is alles dans. Maar ik zie ze als complementaire elementen die zodanig in mijn lichaam zijn opgeslagen, dat ik ze niet meer kan wegdenken uit mijn choreografieën en zo mee het beeld bepalen.
‘Alles is dans.’
Zijn beelden belangrijker dan het verhaal?
Ik vertel met mijn voorstelling geen verhaal. Als iemand uit het publiek mij achteraf vraagt: ‘Wat heb je nu willen vertellen?’, dan zeg ik: ‘Ik wil helemaal niets zeggen, ik wil gewoon dansen.’ Een lichaam in beweging is zeer expressief en dat zegt vaak genoeg. Ik toon de vrouw (en bij uitbreiding het leven) in al haar facetten.
De beelden die je ziet, roepen associaties op. De betekenis is voor elke toeschouwer anders en dat mag ook. Er is ruimte voor verbeelding. Er zijn zoveel verschillende dingen waar je als toeschouwer je aandacht op kan vestigen: de dans, de muziek, het beeld… Iedereen mag er z’n eigen ding in zien. Laat het een statement voor keuzevrijheid zijn: iedereen mag intrinsiek zijn en doen wat die wil.
Er zijn wel passages die een symbolische lading hebben. Ik zie Lyubov als een raamvertelling met flashes uit een mensenleven - maar niet per se in chronologische volgorde. Ik zeg ook vaak grappend dat de ondertitel ‘Alice in Wonderland voor gevorderden’ kan zijn: ben je de draad kwijt? Geen probleem; er passeert wel een zot konijn waarop je dan kan focussen.
‘Er is ruimte voor verbeelding bij elke toeschouwer.’
Sta je helemaal alleen op het podium?
Neen, er wordt livemuziek gespeeld door altvioliste Natalie Glas. Zij komt uit een heel andere artistieke hoek en is gewoon om klassieke muziek in orkestverband te spelen. Voor deze voorstelling heeft ze haar grenzen verlegd: ze improviseert, speelt soms atonaal en staat ook als performer op de scène.
We komen uit verschillende kunstvormen en we hebben tijdens de creatie veel van elkaar geleerd. Het contrast in onze podiumervaring zorgt voor een interessante spanning. We ‘shinen’ allebei op onze eigen manier.
Het personage dat ik vertolk, is een alter ego. Lyubov is geen autobiografie maar ik put uiteraard wel inspiratie uit mijn dagelijkse leven. Zo ontstaat er een soort van wrijving tussen fictie en realiteit, die misschien nog versterkt wordt door Natalie naast mij op het podium te plaatsen.
Waarom mag je deze voorstelling absoluut niet missen?
Lyubov is volgens sommige toeschouwers ‘bij momenten pijnlijk mooi’. Het roept een ongemakkelijke fascinatie op. Ik breng uniek werk, heel authentiek, recht uit het hart. Het is een mooie aanvulling op wat er al speelt in het veld.
Bovendien is het voor mij in De Werf een thuismatch. Dat ik hier al van kindsbeen af op het podium heb gestaan, maakt de voorstelling op 13 februari nog nét iets magischer…