Interview met Koen Uvin
Driehonderd jaar geleden begon een zekere Johann Sebastian Bach aan een nieuwe job in de Duitse stad Leipzig. Hij was er derde keus voor de rol als cantor in de Thomaskirche. Vandaag klinkt zijn naam als een klok. In Aalst is er zelfs een gezelschap dat zijn bestaan aan de grote componist gewijd heeft. Koen Uvin is de man die met veel enthousiasme alle ballen in de lucht houdt voor BachPlus. In afwachting van hun concert op 7 januari hadden wij alvast enkele vragen. Lees je mee?
Waarom besteden wij vandaag nog altijd zoveel aandacht aan een componist als Bach?
Da’s natuurlijk de vraag van 1 miljoen. Ze is al zo vaak gesteld, iedereen heeft er zijn zeg over en toch is geen enkel antwoord sluitend. Maar je hebt gelijk. Er is geen enkele andere componist waar zo veel aandacht aan besteed is als aan Johann Sebastian Bach. Eigenlijk is het niet logisch. Händel, Beethoven en Mozart bijvoorbeeld waren wel met hun onsterfelijkheid bezig. Bach niet. Die componeerde zeer functionele muziek voor in de kerk. Hij heeft natuurlijk ook veel andere dingen geschreven, maar dat was waar hij zijn grote naam en faam mee verdiend heeft. Bovendien schreef hij die functionele muziek voor een heel klein deel van de bevolking: de gelovigen in Leipzig die tussen 1700 en 1750 naar de kerk gingen. Da’s een heel klein stukje van de wereld en toch werd Bachs muziek zeer universeel.
En nu vraagt u mij waarom dat zo is. Ik kan alleen maar gissen. Een aantal dingen bij Bach spreken mij, en waarschijnlijk ook andere mensen, erg aan. Er is bijvoorbeeld de ongelofelijke kwaliteit van zijn werk. Anders dan opnieuw Händel, Beethoven en Mozart heeft Bach geen enkel minderwaardig stuk. Alles is topkwaliteit. Muzikanten zijn altijd bijzonder enthousiast als ze Bach mogen spelen, want dan vervelen ze zich geen moment. Van zijn tweehonderd kerkcantates is er geen enkele zwakke. Er is nooit een sleur in te bemerken. Er is altijd een inspiratie. Ze zijn altijd op een of andere manier verrassend. Dat alleen is al fantastisch.
Compositorisch-technisch valt er helemaal niets te verbeteren aan Bach. Elke noot is op zijn plaats. Zijn polyfonieën, zijn stemmen, het weefsel… zijn beter dan die van om het even wie. Händel kan fantastische melodieën schrijven, maar Bach kan dat ook en ze zijn langer, en naar mijn gevoel, straffer. Laat Bach uitvoeren door om het even welk instrument, een piano, een accordeon, een jazzensemble of zelfs een popgroep, de kwaliteit van zijn werk blijft compleet overeind.
Daarnaast is Bachs muziek ook enorm complex. Hij componeerde op een ingenieuze manier. Dat zou kunnen afschrikken, maar het wonder bij Bach is dat het aantrekkelijk wordt. Het blijft toegankelijk. In tegenstelling tot de drempel die je over moet bij bijvoorbeeld de grote symfonieën van Gustav Mahler. Dat is werken. Bij Bach hoor je een melodie en je bent mee. ‘Erbarme dich’, om maar iets te noemen. De pracht van die melodie grijpt je vast. De spanning die daarvan uitgaat, de dynamiek die er inzit, het verlangen naar verlossing enzovoort. Als je dan nog eens luistert, hoor je ook een interessante tegenmelodie. Je gaat verder en verder en hoort ongelofelijk mooie harmonieën met soms ritmisch zeer interessante wendingen. Zijn muziek is boeiend op verschillende vlakken. Bach beluisteren is als het beklimmen van de Mount Everest, maar langs een zeer bewandelbaar, niet te steil pad. Elke keer als je op dit pad stapt, geraak je iets verder bij die top die in wezen onbereikbaar is.
Bach heeft veel meer te bieden dan je zou verwachten. Hij was een genie die de meest onvoorstelbare zaken op een voor hem vanzelfsprekende manier deed, maar die voor alle anderen onverklaarbaar is.
Bach beluisteren is als het beklimmen van de Mount Everest, maar langs een zeer bewandelbaar, niet te steil pad. Elke keer als je op dit pad stapt, geraak je iets verder bij die top die in wezen onbereikbaar is.
Op 7 januari spelen jullie zijn Magnificat. Wat maakt dit werk bijzonder in zijn uitgebreide repertoire? Wat mogen we verwachten?
Het Magnificat is inderdaad een bijzonder werk. Het is zijn meest feestelijke en grootschalige werk. Het vraagt een zeer grote bezetting. Eigenlijk komt elk instrument uit die tijd aan bod. Het koor is uitzonderlijk vijfstemmig met twee sopraanpartijen. En dan heb je trompetten, pauken, een uitgebreide strijkersgroep, hobo’s en vele varianten van hobo’s (hobo d’amore) en fluiten. Dat is ongeveer het meest complete orkest wat men kan hebben. Daarvoor schreef Bach dan ongelofelijk boeiende muziek met ook een aantal hits: de aria’s die heel bekend gebleven zijn in dat Magnificat.
De reden waarom Bach zo uitpakte is omdat het het allereerste grote werk is dat hij voor de stad Leipzig schreef toen hij er cantor werd in 1723. Hij zou die opdracht meer dan 25 jaar vervullen tot aan zijn dood. Hij kwam in Leipzig aan eind mei en begon meteen te werken. Vakantieperiodes kende men toen niet, maar die periode in het kerkelijk jaar was zo’n beetje de liturgische komkommertijd. Bach begon met de eerste zondag na Trinitatis. Na achttien weken kwam eindelijk de eerste zondag van de advent waarop hij al eens een serieuze cantate kon schrijven. Het was min of meer feest, maar het echte feest kwam natuurlijk met kerstmis. Dan kon Bach helemaal uitpakken en schreef hij zijn muzikaal visitekaartje voor de stad Leipzig. Met het Magnificat zei hij: kijk, dit ben ik, Johann Sebastian Bach, dit is wat ik kan en mijn muziek is hemels mooi.
Verwacht je dus aan een bijzonder feestelijk concert met dat prachtige Magnificat van Bach uitgevoerd door muzikanten die er heel erg zin in zullen hebben en die er een unieke belevenis van zullen maken.
Met het Magnificat zei hij: kijk, dit ben ik, Johann Sebastian Bach, dit is wat ik kan en mijn muziek is hemels mooi.
Komt er ook werk van tijdgenoten aan bod?
Jawel. We voeren nog een ander Magnificat uit, maar dan een Duitse versie van Samuel Scheidt met de tekst die Martin Luther van dat Latijnse Magnificat had gemaakt. Het is prachtige muziek, meerkorig, zelden gehoord en ik denk dat het een zeer mooie tegenhanger is van het Magnificat van Bach.
Je maakt met BachPlus ook podcasts over Bach en de barokmuziek. Welke plaatst neemt Bach in jouw leven in?
Ik lees heel veel over Bach, ga vaak naar concerten met zijn muziek en reis heel graag naar Noord-Duitsland en Thüringen waar hij geleefd en gewerkt heeft. Om te wandelen in de straten en de kamers waar Bach ook geweest is, om de orgeltoetsen te voelen die hij beroerd heeft. Er zijn tonnen boeken geschreven over hem en bij sommige beweringen stel ik mij vragen. De bedoeling van die podcast is, telkens als er zo’n vraag opduikt, er iets dieper op in te gaan. Of soms in vraag te stellen.
Het is wel duidelijk dat Bach een figuur is die mij enorm boeit. Hij was natuurlijk gewoon een mens van vlees en bloed, maar voor mij ook een rots in mijn leven waarnaar ik kan teruggrijpen. Iemand bij wie je terechtkan die klaarblijkelijk heel sterk in het leven stond.
Lange tijd geleden heb ik zelf nog muziek gespeeld, maar het werd snel duidelijk dat het instrumentalist zijn toch wel een bijzonder grote opgave is die niet voor iedereen weggelegd is. Door mijn interesse in de theorie en muziekgeschiedenis heb ik op een bepaald moment de beslissing genomen een andere weg in te slaan die ook met muziek te maken heeft en ben ik studies musicologie begonnen. Ik heb me dat nog geen moment beklaagd.
BachPlus treedt sinds enkele jaren op in Aalst. Vinden jullie hier al houvast? Wat zijn de toekomstplannen?
Wij zijn enorm gelukkig om in Aalst onze vaste basis te hebben. Dat heeft met drie dingen te maken. Twaalf jaar geleden zijn we hier bescheiden begonnen. Da’s een. Ten tweede mogen wij concerteren in de fantastische kapel van de Jezuïeten in de Pontstraat in Aalst. Het is een barokkapel, gebouwd tijdens het leven van Bach, die enorm goed klinkt. Ze is klein, maar intiem. Het onderscheid tussen muzikanten en luisteraars vervalt een beetje. Een derde reden is dat wij, na de coronacrisis, en ik wik mijn woorden, letterlijk gered zijn door De Werf en het stadsbestuur van Aalst. De coronaperiode was bijzonder moeilijk. Er waren geen concerten, veel instrumentalisten en zangers hebben er de brui aan gegeven en zijn iets anders gaan zoeken. Sponsoring was totaal weggevallen. De vraag drong zich natuurlijk op wat we zouden doen. Konden we dit nog verderzetten? En toen kwam dat verlossende voorstel van de stad Aalst: we moeten eens samenzitten om samen te werken. Het is een hemelse samenwerking in alle opzichten. Ik ben er ontzettend dankbaar voor.
Toekomstplannen, die zijn er zeker. We hebben het concertseizoen voor volgend jaar vastgelegd. Als een van de grote producties doen we de Johannespassie. Het jaar daarop willen we de ‘Messiah’ van Georg Friedrich Händel op een bijzondere en indrukwekkende manier uitvoeren.
Maar eerst ronden we natuurlijk het concertseizoen van dit jaar af. Op 7 januari de Magnificat in de Onze-Lieve-Vrouw van Bijstandkerk en op 12 februari het concert met de Amerikaanse sopraan Claron McFadden waar ik enorm naar uitkijk. In mei hebben we tenslotte een concert waar we Bach en zijn leerlingen verder gaan exploreren. Een eigen project waar we research voor gedaan hebben: wie waren die leerlingen van Bach, wat hebben ze geschreven? En we komen uit op fantastische muziek die nooit uitgevoerd is.
Maar hopelijk veel beluisterd door de muziekliefhebbers in Aalst!