Interview met Kristien De Proost
Als theatermaker is Kristien De Proost allesbehalve gemiddeld en toch is haar nieuwste voorstelling 'In the Middle of Nowhere' net een grondige verkenning van dit thema. Samen met de Braziliaanse Frederico Araujo brengt ze een duet dat allerminst eenheidsworst is. Lees je mee?
Deze voorstelling zit vol cijfers en gegevens. Heb je ook een vast ritueel alvorens je op het podium stapt?
Een echt vast ritueel heb ik niet. Wel poets ik elke keer mijn tanden. Als ik mijn tandenborstel vergeten ben, doe ik het met mijn vinger. Ik kan mij echt niet voorstellen om met vuile tanden voor een publiek te staan.
Hoe ben je erop gekomen om theater over gemiddelden te maken?
Toen ik in de lagere school zat werd het klasgemiddelde ingevoerd. Iedereen werd aangemoedigd zijn best te doen om boven dat klasgemiddelde te zitten. ’s Nachts lag ik daar als kind van wakker: het leek mij een zinloze strijd. Want zodra iemand die onder het gemiddelde zit erboven springt, gaat dat gemiddelde natuurlijk mee omhoog. Er is daar, wiskundig gezien, nooit plaats voor iedereen, tenzij iedereen precies hetzelfde zou presteren. Maar dan nog beland je op de lijn, op het gemiddelde en niet erboven. Die bezorgdheid ben ik nooit kwijtgeraakt en werd daarna nog extra gevoed door de manier waarop cijfers en data steeds meer aan belang winnen en bijna belangrijker worden dan echte mensen of individuen.
Je speelt samen met de Braziliaanse acteur Frederico Araujo. Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
Wij hebben elkaar, heel exotisch, leren kennen in Rio de Janeiro, op het theaterfestival FIL, waar ik 'Toestand' speelde, een voorstelling die ik trouwens ook in Aalst heb gespeeld in 2013 en die daarna nog 8 jaar toerde in de hele wereld. Frederico begeleidde ons team in Rio en zorgde voor de vertaling. Het klikte en we hielden contact. Nu woont en werkt hij in Brussel en werd het contact nog hechter en dus nodigde ik hem uit om samen te werken aan 'In the Middle of Nowhere'. Ik vond het interessant om een voorstelling rond ‘het midden’ en ‘de gemiddelde mens’ te maken met iemand die met een heel ander ‘midden’ is opgegroeid en een ander idee over ‘de gemiddelde mens’ heeft dan de gemiddelde Europeaan.
Wat was de grootste uitdaging aan ‘The Middle of Nowhere’?
De grootste uitdaging was onze weg zoeken in de enorme hoeveelheid aan cijfermateriaal die beschikbaar is. Haast overal wordt met statistieken en percentages en gemiddelden gewerkt. In de politiek, in het bedrijfsleven, in de zorg, op scholen,.... Het maakt het onderwerp en de voorstelling erg actueel, maar het was een hele zoektocht om daar één lijn uit puren. Uiteindelijk staat de vraag centraal wie die gemiddelde mens nu eigenlijk is. Bestaat die wel? Of is hij een illusie? En hoe zien we onszelf ten opzichte van al die gemiddelden? Is elke mens uniek? Of zijn we juist uniek in ons zoeken naar verbinding met anderen?
Daarnaast bleek dat hoe meer ik ‘het midden’ van de dingen zocht, hoe meer de randen bleken te gaan bewegen. Dat idee zit ook heel erg in de voorstelling: is het wel mogelijk het midden te berekenen als de randen niet vastliggen? Een voorbeeld: hoe zou je in godsnaam de ‘gemiddelde mens’ kunnen berekenen, als er elke seconde mensen worden geboren en mensen sterven. De mens is een beweeglijk iets. Cijfers zijn te star om dat te vangen.
Wanneer is een voorstelling voor jou geslaagd?
Ik zie theater maken en spelen als een vorm van communicatie en lang luidop nadenken. Het startpunt is meestal iets waarover ik verwonderd of geraakt ben in mijn persoonlijk leven. Zoals hier de kwestie met het klasgemiddelde. Ik probeer daar dan zo diep mogelijk in door te te dringen, op een speelse en humoristische manier, en te zoeken naar grotere lijnen dan het persoonlijke. Het resultaat van dat proces is de voorstelling. Die zie ik als een dialoog met het publiek. Kijk eens wat ik gevonden heb. Hoe denken jullie daarover? Als die dialoog lukt, is de voorstelling voor mij geslaagd. Zeker als ik een serieuze kwestie op een lichte en entertainende manier kan aanpakken.
Wat zou je geworden zijn, indien er geen artistieke carrière voor je was weggelegd?
Hm. Ik kan mij eigenlijk niet echt een leven zonder kunst voorstellen. Ik heb voor de toneelschool wel een master Germaanse Filologie gehaald. En ooit wou ik astronaut worden en zelfs missionaris. Maar eigenlijk is spelen, maken en schrijven het beste wat ik te bieden heb.
Ben je al eens in Aalst geweest? Welk beeld heb je van onze stad?
Aalst is carnaval uiteraard, maar dat zijn jullie misschien al beu gehoord? Ik heb al een aantal keer in Aalst gespeeld en ik heb de indruk dat de Aalstenaars een eigenzinnig volkje zijn, en dat zint mij wel! In de stad valt op dat de binnenstad knus en gezellig is, maar dat je ook snel op een fabriek stoot. Dat is raar, maar ook bijzonder.